Mia en een mooie pinksterdag

 

We lopen samen door het hoge gras langs de IJssel, Mia en ik en natuurlijk meneer Teddy, haar grote vriend. Mia houdt van de IJssel, het grasland met de wilde bloemen en het weidse van het landschap, de blauwe luchten met schapenwolkjes die zo van een schilderij van Ruysdael lijken te komen. Langs de waterkant horen we een luid concert van kikkers die hun best doen elkaar te overstemmen. Een reiger staat roerloos op de oever, klaar om toe te slaan, maar zodra hij ons ziet vliegt hij op en klapwiekt naar een beschut plekje onder de bomen.

Mia is in haar element, en rent voor mij uit, al snel heeft ze het veel te warm in haar vest en ook ik loop te puffen in de zon. We stoppen even voor een slokje water en trekken steeds een laagje kleding uit. In haar gele overgooier kleurt ze prachtig tussen de bloemen die we onderweg tegen komen.

We zien klaver, boterbloempjes en mooie graspluimen en een heleboel zoemende insecten. Mia spot een  Libelle die verschrikt weg viegt zodra we dichterbij komen. Mia plukt een klein bosje bloemen om straks in een vaasje naast haar bed te zetten.

We luieren wat en voelen het gras kriebelen tussen onze tenen, boven onze hoofden zeilen kleine wolkjes door de blauwe lucht. We herkennen er een zwaan in en later ook een hondenkop. Langzaam vallen de oogjes van Mia dicht.  Ze slaapt tussen het hoge gras met meneer beer stevig tegen zich aan geklemd.